Tien tips voor meer online privacy.

Terug naar overzicht

Tip 1: Sterke wachtwoorden

Gebruik minimaal 10 tekens, waaronder leestekens, hoofdletters en getallen. Ezelsbruggetje: gebruik een zin als ‘Ik rij elke dag over de A1 naar huis!’, voor het wachtwoord ‘IredodA1nh!’

Tip 2: Verschillende wachtwoorden

Gebruik verschillende wachtwoorden voor verschillende accounts. Mocht een wachtwoord gestolen worden, dan is je privacy niet overal in het geding.

Tip 3: Niet opslaan

Sla je wachtwoord niet op in je internetbrowser. Als je even wegloopt van je computer, kan een ander snel bij je gegevens.

Tip 4: Veilige plekken

Kijk of een website veilig is: geef alleen gegevens door als er ‘https’ in je adresbalk staat, en niet alleen ‘http’. Log ook nooit in op een publiek netwerk, zoals in restaurants. Deze zijn vaak slecht beveiligd.

Tip 5: Denk na

Vraag je af of het gebruiken van gegevens nodig is. Moet er bijvoorbeeld een locatie gekoppeld worden aan je foto’s, als je deze opslaat in de cloud?

Tip 6: Vragen om toestemming

Lees een toestemmingsvraag van een app echt goed door. Vind je het bijvoorbeeld echt nodig dat een zaklamp-app je locatie opslaat?

Tip 7: Gebruik een trackblocker

Installeer een zogenaamde trackblocker in je internetbrowser. Voorbeelden zijn uBlock Origin, Privacy Badger of Adblock Plus. Daarmee laat je minder digitale sporen achter.

Tip 8: Alternatieven

Gebruik andere software, die beter omgaat met jouw privacy. Om te zoeken bijvoorbeeld DuckDuckGo.com of Startpage.com, als internetbrowser bijvoorbeeld Firefox of Cliqz.

Tip 9: Maak Google persoonlijk

Neem eens de tijd om de Google-voorwaarden en instellingen goed door te nemen, en pas de instellingen aan naar jouw wensen.

Tip 10: Ook niets zonder inloggen

Open je browser en log uit bij Google. Ga naar myaccount.google.com/intro/data-and-personalization. Schakel daar alle opslag van gegevens uit (zoals zoekopdrachten en persoonlijke advertenties) zodat er ook niets achterblijft als je uitgelogd bent.